Uitgelicht: Ich ging zu Ihm
Het is een hoopvol einde, niet alleen voor de twee geliefden, maar ook voor het Volk van het rijk waarin vreugde verboden is door de hardvochtige, eveneens naamloze Heerser, de echtgenoot van Heliane. Liefde is de sleutel, lijkt Korngold ons te willen zeggen, en dan zeker ook de lichamelijke liefde. Deze thematiek vinden we in gecondenseerde vorm in het brandpunt van de opera: ‘Ich ging zu ihm’, gezongen door Heliane in de tweede akte.
In de eerste akte heeft Heliane de ter dood veroordeelde Vreemdeling in zijn cel bezocht. Om zijn lijden te verzachten gaf zij toe aan zijn wens om haar haar te zien, haar voeten, en ten slotte haar naakte lichaam. In deze ontklede staat trof de Heerser haar aan. Heliane moet zich nu voor een tribunaal verantwoorden voor haar daden. Heeft zij zichzelf aan de Vreemdeling gegeven? Heeft zij overspel gepleegd? ‘Ich ging zu ihm’ is feitelijk haar getuigenverklaring en pleidooi in een, en is alleen al uitzonderlijk omdat het een van de weinige stukken in de opera is die we echt als een in zichzelf besloten aria kunnen beschouwen. Niet voor niets misschien dat het juist dit stuk was dat nog op het concertrepertoire bleef staan van menig sopraan nadat de opera zelf niet meer werd uitgevoerd en in de vergetelheid was geraakt.
De aria valt eigenlijk in twee delen uiteen. Het eerste deel bestaat uit het feitenrelaas. Na een ambigu, in de lucht hangend beginakkoord begint Heliane te vertellen, en daarbij klinken de melodielijnen van het liefdesduet uit de eerste akte. Ze geeft vrij feitelijk, zonder overdreven emotie, toe dat zij inderdaad eerst haar haar heeft laten zien, dat zij toen haar schoenen uitdeed om de Vreemdeling haar voeten te laten zien, en dat zij als laatste haar gewaad uittrok om voor hem te staan ‘zoals de Heer mij geschapen heeft: naakt’. Op de vraag van de blinde rechter of zij de zijne is geweest, antwoordt ze dat ze dat in gedachten inderdaad was, maar ‘ik heb hem niet liefgehad, mijn lijf is niet ontbrand in lust’.
Helianes woorden zeggen misschien dat ze niet schuldig is, in ieder geval niet aan overspel in vleselijke zin, maar de erotische lading van de muziek lijkt intussen een heel ander verhaal te vertellen. Dat wordt nog heviger in het tweede deel van de aria, vanaf haar woorden ‘Doch schön war der Knabe’ (Maar mooi was de jongeling). Hier dipt de vocale lijn naar het laagste punt van de hele aria, om daarna te klimmen in een slingerachtige beweging: de stem stijgt, daalt, stijgt en daalt weer: een constante spanning tussen voorwaartse beweging en aarzeling en terughoudendheid. Ook verandert de dominante toonsoort naar Fis-groot, die in deze opera staat voor de overwinnende kracht van de liefde.
Luisterlink
Luister op Spotify naar 'Ich ging zu ihm', in een uitvoering door sopraan Annemarie Kremer.
Luister op SpotifyDe muziek wordt steeds intenser: niet alleen de stem, maar ook het orkest, waarin de violen richting het einde een herhaald, onrustig motief uit de zanglijn overnemen. Korngold laat zijn zangeres bijna naar adem happen in haar opwinding: in de minutieuze aanwijzingen in de partituur laat hij haar steeds vaker ademen. Uiteindelijk zegt Heliane dat zij zich inderdaad gegeven heeft, maar uit medelijden in de meest letterlijke zin des woords: ‘und bin in Schmerzen, / in Schmerzen sein geworden’ (en ik ben in pijn, / in pijn de zijne geworden). Het is prachtig hoe Korngold Heliane juist dat woorde, ‘Schmerzen’ laat herhalen, en dat de vocale lijn op de tweede herhaling zijn hoogtepunt bereikt op een hoge Ais, die nog extra wordt aangezet door de zangeres ervoor net even te laten vertragen. ‘Nicht eilen!’ (niet haasten!) staat er in de partituur voor deze vocale climax.
Het staat bijna buiten kijf dat Korngold hiermee ook de seksuele climax in muziek heeft willen uitdrukken: de opbouw, die doet denken aan die van de beroemde liefdesdood van Isolde die de opera Tristan und Isolde van Richard Wagner op een al even extatische manier besluit, doet wel erg veel denken aan die van een orgasme. Heliane beweert misschien dat ze geen lust voelt, maar de muziek geeft zonneklaar aan dat dat wel zo is. En belangrijker: in de context van Das Wunder der Heliane is dat geen zonde, maar een deugd, een bevrijding. Korngold laat op een bijna fysiek voelbare manier de symboliek van zijn opera in deze ene aria horen: de diepe, instinctieve en zinnelijke liefde die twee mensen aan elkaar bindt, een liefde met een zuiverende kracht, die uiteindelijk sterker zal blijken dan de dood.