Over de muziek in Orphée et Eurydice
Luister naar Orphée et Eurydice
Geniet op Spotify alvast van de schitterende muziek uit deze opera!
Ga naar Spotifyhttps://open.spotify.com/track/3idM92XLUiL9Q0YXtNTPpT?si=103117a2677946d1
1. De ouverture van de opera is verrassend vrolijk en energiek en lijkt met de rouw en het verlies die centraal staan in de opera weinig van doen te hebben. We moeten deze ouverture dan ook vooral zien als ‘curtain opener’, een manier om aan te geven dat het spektakel gaat beginnen. De opgewekte sfeer houdt waarschijnlijk ook verband met de oorsprong van de opera als feestelijk vermaak voor het keizerlijk hof in Wenen: zoiets begint liever niet meteen te tragisch.
https://open.spotify.com/track/7odSvNXvotSV9jYoLKLIRq?si=a34eb48f9096431a
2. De opgetogen ouverture contrasteert prachtig met het ingetogen openingskoor dat erop volgt: de grafriten voor de overleden Eurydice. Juist door dat contrast komt het intense verdriet dat uit elke maat klinkt extra naar voren. De woorden van het koor worden dramatisch doorbroken door Orphée die getergd de naam van Eurydice uitroept. Gluck schreef voor dat die uitroepen moesten klinken ‘alsof iemand door je been zaagt’. Het begin van de akte is een prachtige, expressieve combinatie van koor en orkest, met maar een kleine rol voor de solo zangstem.
https://open.spotify.com/track/6hXP8yxvdwqFB5bqziNfsx?si=4c963161e1c54353
https://open.spotify.com/track/6mmdTG4kM5GjlDxM6yE6tf?si=4cb8265ec63a456c
https://open.spotify.com/track/0owyB9xELiDKFz4kUKgNua?si=76db8903da8848f1
https://open.spotify.com/track/5L6ymKhKP2gBccRG3HKUve?si=d9d5a02a576c473e
https://open.spotify.com/track/5HAyukkNDGG1Tq29UB3tTL?si=118e81f61aa74bce
3. Nadat de grafriten zijn beëindigd en het koor af is gegaan volgt een indrukwekkende soloscene voor Orphée. In ‘Object de mon amour’ [Object van mijn liefde] zingt Orphée over het feit dat hij zij geliefde probeert te roepen, maar geen antwoord krijgt. De echo wordt schitterend weergegeven door een tweede, kleiner orkestje in de coulissen, waarin vooral de kaaglijke hobo opvalt. De aria valt eigenlijk in vijf delen uiteen: drie vrijwel identieke coupletten die de echte aria vormen, onderbroken door twee recitatieven. Het valt op dat die recitatieven veel sprekender en dramatischer zijn dan de drie ingetogen lyrische delen: hieruit blijkt duidelijk Glucks missie om de recitatieven binnen de opera te verheffen en dragers van betekenis te maken.
https://open.spotify.com/track/4IQEPkpDigTfsMWYecKBwH?si=2f6fce36011b4d05
https://open.spotify.com/track/5yfaoavCMBLiitMWeYNWbP?si=4b0021ece9e04ca4
4. Amour, de personificatie van de liefde, verschijnt en laat weten dat de goden, ontroerd door de smeekbede van Orphée, hem toestaan af te dalen naar de onderwereld om zijn Eurydice te zoeken. Ook hier past Gluck de structuur van de opera aan voor Parijs: Amour krijgt een twee korte aria’s: de eerste verkondigt dat als Orphée met zijn lier de heersers van de onderwereld weet te sussen, hij zijn Eurydice mee terug naar de aarde mag nemen. De tweede aria volgt op het gebod dat hij op de weg terug niet naar haar om mag kijken, om dat gebod extra kracht bij te zetten.
https://open.spotify.com/track/5weKblAa7W90YkOOeukxz5?si=08e527339b5b4220
5. Een van de meest opmerkelijke toevoegingen is de virtuoze bravoure-aria voor Orphée, ‘L’espoir renaît dans mon âme’ [De hoop herleeft in mijn ziel]. Een ontegenzeglijk opwindend besluit van de akte, ook al is het een redelijk standaard shownummer zonder al te veel dramatische zeggingskracht. Het lijkt haaks te staan op de opera-idealen van Gluck: maakt hij hier een knieval voor zijn Parijse publiek? Daarentegen is de aria helemaal aan het einde van de akte geplaatst en houdt die de dramatische voortgang van de akte niet op, en is het opzwepende tempo ergens ook wel op zijn plek: Orphée zingt zichzelf hier de nodige moed in om de onderwereld te betreden en besluit zo de akte op een hoopvolle noot.
https://open.spotify.com/track/1FJcbJhF27LLc9c0g9MvY3?si=8dfd921acebb4991
6. Orphée daalt af in de onderwereld, en Gluck weet de sfeer meteen te vangen met een prelude waarin de dreiging steeds voelbaar is. Het koor verklankt en verbeeldt de onheilspellende en onverzettelijke Furiën. Op steeds dezelfde manier – hun zangpartijen hebben steeds exact hetzelfde ritme, al varieert Gluck de dynamiek – proberen zij Orphée ervan te weerhouden de onderwereld te betreden.
https://open.spotify.com/track/4tzt1emEEqsfmEJbS0lrPQ?si=9c637e1c625e4687
7. Met zijn prachtige smeekbede ‘Laissez-vous toucher par mes pleurs’ [Laat jullie geraakt worden door mijn tranen] probeert Orphée de Furiën te overtuigen hem door te laten. Zij onderbreken hem steeds met een herhaald ‘Non’, door Gluck als een schurend dissonant verklankt. Maar de onverstoorbare Orphée gebruikt zijn genie en inspiratie om de geesten elke keer weer met nieuwe muziek van repliek te dienen en langzaam weet de schoonheid van zijn muziek de Furiën te vermurwen.
https://open.spotify.com/track/5bofkfKQ9Asfc1gaBghVw8?si=e7e6c4d2ea7a4388
8. Net nadat de mythische bard de Furiën tot rust heeft gezongen en door de poorten van de onderwereld is gegaan, geven zij zich plotseling over aan een opzwepende dans. Het is balletmuziek die Gluck speciaal voor Parijs toevoegde aan de partituur. Verstoort hij hiermee de zorgvuldig opgebouwde balans van de scène, waarin de gemoederen langzaam tot rust leken te komen, of geeft de componist hiermee ook aan dat de woeste natuur van de Furiën alleen tijdelijk te temmen is?
https://open.spotify.com/track/1ziSnu8evN8EZLqK18XUDe?si=9dc1470348814eae
https://open.spotify.com/track/2TyifJvkt1nYxQKoqA8OT0?si=9ecffb5496bd4d20
9. Glucks verklanking van de Elysische velden, die Orphée vervolgens betreedt, is een wonder van muzikaal vernuft. Hij geeft het publiek in de centrale akte een verbluffend muzikaal contrast tussen de wereld van de Furiën en de Zalige Geesten, waarmee we vanuit de beangstigende duisternis het licht van de gelukzaligheid betreden. In Parijs is deze wereld muzikaal danig uitgebreid, met een langere Dans van de Zalige Geesten om de scène te openen. Dan volgt de aria ‘Cet asile aimable et tranquille’ [Dit lieflijke en vredige toevluchtsoord]. Deze wordt gezongen door een Zalige Geest, maar bij de Parijse opvoeringen was dit Eurydice: de invloedrijke zangeres Sophie Arnould wenste klaarblijkelijk niet tot de derde akte te wachten tot zij mocht zingen.
https://open.spotify.com/track/3RP9mi1eo21MsZGxJDOfOs?si=49558d47e7ac4274
10. Ook de Dans van de Zalige Geesten is een typische toevoeging voor Parijs. In de traditionele Franse opera, de tragédie en musique, zat in elke akte een divertissement waarin ruimte was voor lyrische zang en dans. Gluck voegde dus de nodige extra balletmuziek toe aan de opera voor zijn Franse bewerking om tegemoet te komen aan de lokale verwachtingen, al bevatte de oorspronkelijke Weense versie ook al de nodige instrumentale dansen, die als pantomimes een rol vervulde in het drama.
https://open.spotify.com/track/78T39tmQc0smJNWqH9TYm3?si=c33ec3b066cb43b3
11. Twee fluiten en de hoge strijkers bouwen samen een bedwelmend, bijna impressionistisch klankweefsel. De verwonderde reactie van Orphée, ‘Quel nouveau ciel pare ces lieux’ [Welke nieuwe hemel siert deze plek], is niet zozeer een aria, als wel een soort toongedicht waarbij de hobo de belangrijkste melodische lijn op zich neemt en de stem eigenlijk niet meer dan de begeleiding vormt; je zou zelfs kunnen zeggen dat die hier een van de instrumenten van het orkest wordt
https://open.spotify.com/track/0YJmo7Sx5XeGGyXpALewhB?si=3d1f6992779b4091
12. De nadrukkelijke, onstuimige strijkers die de derde en laatste akte openen laten weinig twijfel bestaan: haast is geboden. Orphée leidt zijn Eurydice uit de onderwereld en wil dat het liefst zo snel mogelijk doen. Hij maant haar tot haast. Zij lijkt nog eerst nog wat verdwaasd en kan nauwelijks geloven dat zij haar geliefde weer terugziet. Maar naarmate ze meer ontwaakt, zet ze vraagtekens bij zijn ontwijkende houding: waarom kijkt haar niet aan? Deze tweespalt groeit verder, de urgentie en dramatiek van de muziek wordt steeds groter: dit is geen volgzame Eurydice, maar een gepassioneerde vrouw, die met haar reprimandes blijk geeft van een diepe liefde voor Orphée. Juist dat maakt zijn gevoel van verlies aan het begin van de opera achteraf bezien nóg begrijpelijker, en het feit dat hij haar nu nogmaals verliest, na het gebod van de goden gebroken te hebben, nóg pijnlijker.
https://open.spotify.com/track/7bKFpDaz954hb3Wo3jXixT?si=2bb14b16bfb44486
13. J’ai perdu mon Eurydice’ [Wat zal ik doen zonder Euridice] is een schoolvoorbeeld van de onopgesmukte stijl van Gluck. De aria bestaat eigenlijk uit vijf delen, waarbij de melodie van de eerste twee versregels het raamwerk vormt en drie keer terugkomt: bijna obsessief in zijn verdriet keert Orphée hier telkens weer naar terug. Daartussenin geeft Gluck contrasterende delen, waarin de emotie en de wanhoop van Orphée zich verdiepen. De aria is van een verbluffende eenvoud, waarin zowel de kracht als het gevaar ligt. Geeft een zanger te veel, dan klinkt de aria al snel geforceerd en overdreven. Maar geeft een zanger te weinig, dan klinkt de muziek weer te simpel en soms zelfs een beetje saai. Gluck vraagt om uitzonderlijk verfijnde muzikale smaak en dosering van emoties en intensiteit.
https://open.spotify.com/track/4AQUqaBCYAOgR1mf6y2nmL?si=ec93601ae51b4495
14.Het trio voor Orphée, Eurydice en Amour aan het einde van de opera, ‘Tendre amour’ [Tedere liefde], hergebruikte Gluck uit Paride ed Elena, een van zijn hervormingsopera’s voor Wenen. Het laat zien hoe muziek zich schijnbaar naadloos kan voegen naar een nieuwe dramatische context. In Paride ed Elena plaatste Gluck het trio op een punt waar de handeling een crisis bereikt: het bijna nerveus herhaald motiefje in de strijkers herinnert nog aan die dramatische spanning. In Orphée et Eurydice wordt het trio een tedere bevestiging van de hereniging van de geliefden.
https://open.spotify.com/track/0w48EnrKlzr7DTKiL9aUcc?si=ba8a03a8f64a4048
15. Het koor ‘L’Amour triomphe’ [Amour triomfeert] vormde in de Weense versie het slot van de opera. In de versie voor Parijs vormt dat slechts de opmaat voor een uitgebreid ballet ter afsluiting: sinds de dagen van Lodewijk xiv was dat zo’n beetje de verplichte finale van elke in Frankrijk opgevoerde opera.