Eerst geloven, dan zien
Alles, maar dan ook alles was er overdonderend aan, vertelt Jakob Peters-Messer over die eerste keer dat hij Das Wunder der Heliane zag. In 2018, in de Deutsche Oper in zijn eigen stad Berlijn. Twee keer, en beide keren werd hij omver geblazen door deze uitvoering, die algemeen als dé herontdekking van deze opera van Erich Korngold uit 1927 wordt beschouwd. Meer nog dan dat wat er op het podium en in de orkestbak gebeurde, troffen hem de reacties in de zaal. “Waanzinnig, dat effect op het publiek. De geestdrift. Het bewees ook dat de melodische kracht van dit stuk nog veel sterker is dan ik dacht.”
Toen al wist hij dat hij dit werk bij de Nederlandse Reisopera zou gaan regisseren. Hij werd door die Berlijnse ervaring gesterkt, vertelt hij, ’en tegelijkertijd bevangen door een zekere huiver.’ “Het heeft best even geduurd voordat ik grip kreeg op het stuk”, verklaart hij. ”Ik moest eerst een weg vinden door de spons die het op het eerste oog is.” Geluk bij een ongeluk: door de coronapandemie schoof de voor 2021 geplande tournee behoorlijk op. Nu belooft hij het publiek een ‘heel persoonlijke en directe’ ervaring. “Ondanks de overdaad raakt de muziek je dwars door alles heen.”
Kraakheldere vormgeving
Tegenover bombast en ongrijpbaarheid zet Jakob Peters-Messer in samenwerking met Guido Petzold een kraakheldere vormgeving. In achtereenvolgens een gevangeniscel, rechtszaal en op een vuilnisbelt ontvouwt zich het verhaal van Heliane, De Heerser en De Vreemdeling. Laatstgenoemde ontregelt met zijn onbevangenheid het liefdeloze rijk van De Heerser, waar vreugde verboden is. De Vreemdeling wordt ter dood veroordeeld voor opruiing. Heliane, echtgenote van De Heerser, raakt in de ban van de bezoeker. Dat zet een kettingreactie in gang waarbij Heliane uiteindelijk haar geliefde uit de dood opwekt en ze samen de eeuwige liefde tegemoet gaan, toegejuicht door het bevrijde volk.
“Ja, de liefde kán overwinnen, als we maar willen.”
Jakob Peters-Messer
Erin geloven, of niet
Peters-Messer: “Het gebeurt in deze opera meermaals dat we een grens overschrijden waarvan we niet weten waar die naartoe leidt. Het zijn wonderen; je kunt er alleen maar in geloven, of niet.” Die wereld waarin alles mogelijk is wordt opgeroepen met lichtinstallaties. Nu eens zijn de beelden daardoor net zo beweeglijk als de muziek, dan weer worden ze scherp en afgebakend, om vervolgens met harde en schrille kleuren de waanzin uit te drukken waaraan een gevangene ten prooi kan vallen. “Alsof je de kleuren hóórt”, legt de regisseur uit. Ook dat sluit volgens hem aan bij de muziek: “Die is niet duister maar juist rijk en kleurig, zonder bont te zijn.”
Even verleidelijk als onbereikbaar
Filmisch, wordt dan vaak gezegd, met een verwijzing naar Korngolds latere carrière als componist van filmmuziek. En daar past ook de visuele hint naar de Oostenrijks-Amerikaanse filmster Hedy Lamarr weer bij. Lamarr ging de geschiedenis in als de eerste vrouw die een orgasme in beeld bracht in een niet-pornografische film (de Tsjechische film Extase uit 1933). Jakob Peters-Messer: “Toen was het een schandaal, nu herkennen we het amper als orgasme.” Beelden van Heliane in die stijl verbeelden het visioen dat de beide mannen van haar hebben, even verleidelijk als onbereikbaar.
Andere wereld scheppen
Zelf gingen Peters-Messer en Petzold ook te rade bij de talloze films en documentaires over de Rote Armee Fraktion, de extreem-linkse terreurbeweging die de Bondsrepubliek Duitsland in de jaren 70 van de vorige eeuw in de greep hield. “De Vreemdeling is geen terrorist, maar hij wordt met zijn utopische ideeën wel zo gezien. De RAF zag de BRD als een politiestaat en wilde die omverwerpen. Je kunt De Vreemdeling als een revolutionair zien. Hij wil niet met geweld maar met positieve energie een andere wereld scheppen.” Vage beelden van personages uit de opera doen in de verte ook denken aan de Baader-Meinhofcyclus van kunstenaar Gerhard Richter. Peters-Messer: “Die versluierde beelden versterken de dreigende en in feite vernietigde atmosfeer.”
Utopische kracht
Van Das Wunder der Heliane wordt gezegd dat de opera zich afspeelt in een onbepaalde tijd, maar veel actueler dan dit verhaal wordt het niet, meent Jakob Peters-Messer. “Kijk naar de opkomst van autoritaire staten en leiders, en hoe die invloed ook in democratische samenlevingen steeds sterker wordt. Vergeet niet, Korngold schreef deze opera in de jaren 20, Mussolini was er al, Stalin en Hitler waren in aantocht. De catastrofe van de Eerste Wereldoorlog was net achter de rug, iedereen snakte naar een nieuw begin. Wat deze opera ons steeds weer inpepert is dat we trauma’s moeten overwinnen om opnieuw te kunnen beginnen. Wij zijn cynisch. En empirisch – eerst zien, dan geloven. Maar luister naar de utopische kracht die deze muziek uitdrukt.” Met gebalde vuisten: “Ja, de liefde kán overwinnen, als we maar willen. ‘Kan het zo zijn?’ om die vraag draait het. En dat is wat anders dan een happy end.”
“Dit stuk biedt ons een uitzicht.”
Jakob Peters-Messer
Pleidooi voor liefde
Je zou bijna zeggen dat hij er zelf in gelooft. Schamper lachje: “Ha ha.” Het gaat er niet om wat híj gelooft, benadrukt de regisseur. “Dit stuk biedt ons een uitzicht.” En dan is het vooral de vraag in hoeverre het publiek daarin wil meegaan. Droog: “Het licht waarin Heliane en De Vreemdeling uiteindelijk worden verenigd kan ook de dood zijn.” Feit is, wat hem betreft, dat dit één hartstochtelijk pleidooi is voor liefde. “Niet alleen de romantische liefde, maar ook moederliefde, erotische liefde, goddelijke liefde, spirituele liefde. Liefde die ons, in integrale vorm, verder kan brengen.” Liefde voor de medemens, dus ook. “De boodschap is dat we niet onszelf centraal moeten stellen, maar de relatie met de ander.”
Herkenbare mensen
De regisseur is zich bewust van de valkuilen. “Bij alle psychedelische en esoterische elementen moeten we oppassen dat we niet aan het zweven komen. Anders zijn we straks aan het waden door marmelade. Het is ook gewoon een verhaal van mensen in wie we ons kunnen herkennen.” Laat dat maar aan stersopraan Annemarie Kremer over. In Berlijn zag hij destijds Sara Jakubiak in de rol van Heliane ‘bijna als een alien door het stuk gaan’. “Maar Kremer is een veel emotionelere persoonlijkheid. Dat geeft de voorstelling meteen een totaal ander karakter.”
Toch heeft met name het slot Jakob Peters-Messer tot ver in het repetitieproces beziggehouden. “We weten gewoon niet wat er gebeurt. Zelfs Heliane heeft niet eens precies door wat haar met De Vreemdeling is overkomen. Zij is de enige die een ontwikkeling doormaakt – vandaar dat alleen zij een naam heeft – en dat proces neemt de hele opera in beslag. Waar dat in eindigt, we gaan het zien. Zolang je als toeschouwer maar voelt dat je een duw krijgt, ook al weet je niet in welke richting.”