“Eindelijk is deze opera ook in Nederland te zien.”
NRC ★★★★ ‘Niet alleen de fellatio-aria boeit bij de Nederlandse première van opera ‘Powder Her Face’
‘Otto Tausk leidde het 15-koppige Phion strak, resulterend in geslaagde een-tweetjes met de vier zangers en drie dansers op het toneel. Sopraan Laura Bohn portretteerde de hertogin als een fascinerend figuur die nu eens medelijden, dan weer weerzin of juist lol opriep. De drie andere zangers, die doorlopend verschillende rollen op zich namen, van minnares en hotelbediende tot priester en rechter, waren even indrukwekkend. Tenor Daniel Arnaldos zong zijn jazz song smeuïg, sopraan Alison Scherzer tapte uit een bodemloos vaatje coloraturen, en bas-bariton John Savournin was als misogyne rechter overtuigend buiten zinnen.’
‘Hoewel seks deze opera in gang zet, is het vooral het blootleggen van een dubbele moraal die hem overeind houdt: Savournin ligt als hertog met zijn eigen minnares in bed en veroordeelt de hertogin voor haar daden. Regisseur Paul Carr zet hem op dat moment letterlijk in zijn blote kont. En dan plots staat het publiek zelf in de schijnwerpers – ziet het zichzelf terug op beeld. Zij die kijken worden nu zelf bekeken. Zo plezierig blijkt voyeurisme dan toch ook weer niet te zijn.’
“Sopraan Laura Bohn portretteerde de hertogin als een fascinerend figuur die nu eens medelijden, dan weer weerzin of juist lol opriep.””
NRC (Loni Verweij)
Trouw ★★★★ ‘Nederlandse Reisopera scoort met expliciete en virtuoze productie van ‘Powder Her Face’
‘In het mooie spiegelende decor, met een grote venusschelp als blikvanger, kreeg iedereen er (terecht) van langs. Zonder de ingebakken humor uit het oog te verliezen werd de opera steeds gelaagder en donkerder. In de bak leverden de vijftien Phion-musici een heuse topprestatie. Otto Tausk leidde hen met bewonderenswaardig overzicht door de hels moeilijke partituur.’
‘Hulde voor de Reisopera dat het met deze in meerdere opzichten gedurfde titel het land in gaat.’
“Hulde voor de Reisopera dat het met deze in meerdere opzichten gedurfde titel het land in gaat.””
Trouw (Peter van der Lint)
Volkskrant ★★★ ‘Het vijftienkoppige ensemble, produceert fantastische klanken, van glibberige saxen tot een droogkomisch accordeon.’
‘Eén tafereel steekt erbovenuit: de uitspraak van de rechter in de scheidingszaak. In een geconcentreerde monoloog veegt de in toga gehulde bas-bariton John Savournin de vloer aan met de hertogin (‘de moraal van een matras, een Don Juan onder de vrouwen’). Hij zingt nu eens hysterisch hoog, dan weer sinister laag.’
“Eén tafereel steekt erbovenuit: de uitspraak van de rechter in de scheidingszaak”
Volkskrant (Guido van Oorschot)
Theaterkrant ‘Een avond queer dellerigheid naast klassenstrijd, en er valt ook nog wat te lachen: is er een mooiere combinatie denkbaar?’
‘Eindelijk is deze opera ook in Nederland te zien, zo’n kleine dertig jaar na de première in het Londense Almeida Theatre. Het is de Nederlandse Reisopera (en niet de voormalig artistiek leider van dat theater Pierre Audi) die het initiatief nam om deze (kamer)opera voor vier zangers en 15 instrumentalisten aan het Nederlandse publiek aan te bieden.’
‘Dirigent Otto Tausk laveert het instrumentale en vocale ensemble behendig door de smakelijke partituur, regisseur Paul Carr doet met vergelijkbare voortvarendheid hetzelfde met zijn vier zangers en drie dansers/mimers die aan de zangerscast toegevoegd zijn. Alle medewerkers lijken met plezier het publiek te willen overtuigen van de kwaliteiten van deze partituur van een componist die in 1995 een jongeman van 24 was.’
‘Een terugkerend thema in de regie is de spiegeling: in de scène na de pauze waar de Duchess in 1970, dus enkele jaren ná de geruchtmakende rechtszaak, geïnterviewd wordt, is de journaliste identiek uitgedost als de geïnterviewde zelf. In het decor is een hele wand bedekt met een manshoge spiegel die een deel van de handeling terugkaatst, waardoor met name de gedanste scènes van de drie alter ego’s van de Duchess verdubbeld worden. Die alter ego’s hebben overigens een queer karakter dat goed past bij het gegeven dat de Duchess veel homo’s onder haar seksuele partners telde, maar daar liet ze zich liever niet over uit om hen te beschermen: begin jaren zestig was homoseksualiteit in het Verenigd Koninkrijk wettelijk verboden.’
Een avond queer dellerigheid naast klassenstrijd, en er valt ook nog wat te lachen: is er een mooiere combinatie denkbaar? En in deze tijden waar dickpics en wraakporno lustig rondwaren terwijl in de kleedkamers van de sportscholen De Nieuwe Preutsheid heerst, heeft het thema niets aan actualiteit ingeboet.’
“Eindelijk is deze opera ook in Nederland te zien.”
Theaterkrant (Javier López Piñón)
Place de l'Opera: 'Dirty Duchess opera show met kuise seks'
'Een grote schelp rechts op het toneel vormde het uitgangspunt voor een nieuwe productie bij de Nederlandse Reisopera. Een schelp zoals we die kennen van het beroemde schilderij ‘De geboorte van Venus’. De schelp bij de Reisopera (ontwerp Dominque Wiesbauer) had ook, als een grote poederdoos, een deksel. Die klapte open op de sensuele muziek van een tango. Met een fraaie beweging kwam een vrouwspersoon omhoog in pikante uitdossing: de geboorte van een dirty duchess.'
'Ook Adès beperkte de middelen: een ensemble van vijftien musici (leden van Phion) speelt een vol klinkend geheel. De muzikale stijlen lopen vrijwel moeiteloos door elkaar heen, van amusement tot serieuze schilderingen. Het klonk krachtig en met schwung vanuit de bak van het Wilminktheater, geleid door gastdirigent Otto Tausk. Leuk détail: de hertogin krijgt van bewonderaars en minnaars allerlei cadeaux toegestuurd. Daarbij een zilveren roos. Bij het uitpakken zette componist Adès een miniem fragment onder die scène, het motiefje uit Der Rosenkavalier van Richard Strauss als Octavian een zilveren roos aanbiedt.'
“Het klonk krachtig en met schwung vanuit de bak van het Wilminktheater, geleid door gastdirigent Otto Tausk.”
Place de l'Opera